
Vakkundig. Snel. Persoonlijk.
Bent u op zoek naar een notaris die kwaliteit voor op stelt en moeilijkere cases niet schuwt? Die niet alleen voor de laagste prijs gaat, maar de beste prijs/ kwaliteit verhouding biedt? Bij ons bent u aan het juiste adres.
terug
|
Tuchtrecht gestript
Notariaat Magazine 31 jan 2007
Notaris Jan Kooijman schreef in Notariaat Magazine van oktober 2006 over zijn ervaringen met het 'strippen' van notarieel tuchtrecht. Kernpunt van zijn tekst was artikel 10 van de algemene voorwaarden van Kooijman Lambert notarissen te Rotterdam. Ik citeer: "Ingeval de opdrachtgever klachten heeft jegens de notaris zal hij deze klachten eerst aan de notaris naar voren brengen. Wordt daarop naar de mening van opdrachtgever niet of niet op voldoende bevredigende wijze gereageerd, dan heeft de opdrachtgever de mogelijkheid zich te wenden tot: de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie; of de desbetreffende Kamer van Toezicht over de Notarissen en de Kandidaat-Notarissen en/of de burgerlijke rechter.
Diegene van de opdrachtgever en notaris die door de desbetreffende instantie in het ongelijk wordt gesteld is verplicht de schade te vergoeden, welke de in het gelijk gestelde partij heeft geleden, wat betreft de tijd die deze en/of zijn raadsman aan de gehele klachtbehandeling heeft besteed, waaronder zijn begrepen al zijn werkzaamheden en wel tegen het voor hem gebruikelijk geldende uurtarief of - bij gebreke van een dergelijk tarief - tegen een redelijke vergoeding."
Een cliënt van dat kantoor was, ondanks deze tekst, voldoende gemotiveerd om te klagen bij de Kamer van Toezicht. Nadat de klacht was afgewezen werd hem om betaling verzocht van 2.103,50 euro wegens een aantal nota's die waren gestuurd ter zake van de verrichte werkzaamheden, waaronder begrepen klachtbrieven. Omdat cliënt weigerde de nota te voldoen, volgde een procedure voor de rechtbank Rotterdam. De vordering van de notaris werd toegewezen op basis van de volgende overwegingen van de rechtbank: "Daar uit artikel 10 van de toepasselijke algemene voorwaarden van Kooijman Lambert Notarissen voortvloeit dat X de tijd die Kooijman Lambert Notarissen aan de klachtprocedure heeft besteed, moet vergoeden, het overzicht voldoende inzichtelijk maakt hoeveel tijd met de klacht-procedure gemoeid was en deze hoeveelheid tijd niet onredelijk voorkomt ... komen de ...... werkzaamheden voor vergoeding in aanmerking."
Daarnaast vond de rechter: "Conform de algemene voorwaarden van Kooijman Lambert Notarissen zijn de kosten die samenhangen met de aan de klachtenprocedure bestede tijd vast te stellen naar het gebruikelijke commerciële tarief. Voorzover X en Y ook ten aanzien van deze kosten hebben willen betogen dat deze hoogstens de helft van het commerciële tarief mogen bedragen, wordt dit als onvoldoende onderbouwd verworpen".
Notaris Kooijman is van mening dat artikel 10 van zijn algemene voorwaarden geen afschrikwekkende werking heeft op cliënten. Hij schrijft: "Soms horen wij wel als punt van kritiek dat een cliënt daardoor wordt afgeschrikt om een eventuele klacht aan de notaris kenbaar te maken, hetgeen in strijd zou zijn met de eer en waardigheid van het ambt van de notaris. Ik meen dat er geen sprake hoeft te zijn van een afschrikwekkende werking. Wie (terecht) meent dat hij in zijn recht staat, zal hierdoor niet gauw worden afgeschrikt. Maar diegene, die eigenlijk wel weet dat hij niet in zijn recht staat of die het gevoel heeft dat de zaak wel eens negatief voor hem zou kunnen uitpakken, wordt door de tekst van deze algemene voorwaarden uitgenodigd om nog eens goed na te denken of hij wel zou moeten beginnen met een klachtprocedure."
Dit kan Kooijman niet serieus menen. In de onderhavige civiele procedure is de cliënt veroordeeld tot betaling van 2.103,50 euro. Als het kantoor zich had laten bijstaan door een raadsman, dan waren de kosten minimaal verdubbeld. Voor de particuliere opdrachtgever zijn dit ongeveer twee respectievelijk vier netto maandsalarissen. Met een dergelijke mogelijke sanctie op klagen, valt de mening van Kooijman in mijn ogen behoorlijk te nuanceren.
Elke practicus kent wel enkele voorbeelden van excessieve tuchtzaken, een notaris die per ongeluk een kop koffie, bestemd voor de cliënt, leegdronk en daarop aangesproken reageerde met 'nou én?' moest zich verantwoorden voor de kamer. Hetzelfde gold voor een notaris die volgens verkoper één dag te laat het geld overmaakte, terwijl de notaris zich beriep op de regels van Baarns beslag. Tegen een notaris die ruim 100 brieven had geschreven op alle informatieverzoeken van één van de partijen werd, wegens gebrek aan informatie, geklaagd bij kamer Utrecht en in hoger beroep bij het hof. Nadat in beide instanties die klacht was afgewezen loopt in diezelfde zaak tussen dezelfde partijen (uiteraard) een declaratiegeschil., maar het bij het minste of geringste klagen bij de kamer maakt slechts een gering deel uit van de tuchtzaken. En er is ook een andere kant. Een notaris deelde tijdens een klachtzaak in eerste aanleg mee dat zijn kantoor inmiddels ruim 30.000 euro aan alleen deze klachtzaak had besteed. Blijkbaar was in deze zaak tóch de nodige studie vereist; een omgekeerde volgorde van werken dus. Als deze notaris ook de voorwaarden van Kooijman Lambert zou hanteren, dan vrijwaart deze notaris zich, weliswaar op feitelijke gronden, tegen elke tuchtrechtelijke klacht. Onderkend moet overigens worden dat de algemene voorwaarden alleen gelden tussen contractspartijen (notaris en cliënt) en niet tegen belanghebbende derden die klagen.
De kernvraag wordt zichtbaar: Kunnen financiële gevolgen van een tuchtprocedure worden onderworpen aan contractenrecht? Het antwoord lijkt snel gevonden. Art. 16 van de Wet op het notarisambt bepaalt immers: Het verrichten van wettelijke werkzaamheden en werkzaamheden die de notaris in samenhang daarmee pleegt te verrichten, berust op een overeenkomst tussen de notaris en de cliënt, bedoeld in titel 5 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Uitgemaakt is dat dit ook geldt voor buitenwettelijke werkzaamheden. Gevolg is dat het partijen in beginsel vrijstaat om ook over de financiële gevolgen van een tuchtprocedure te contracteren. Een andere vraag is die van de wenselijkheid van dergelijke regelingen. De praktische uitwerking van een dergelijk beding is dat wettelijk tuchtrecht wordt gestript en dat kan niet de bedoeling zijn. Ik houd het er daarom voor dat de notaris geen beroep kan doen op een dergelijke bepaling. Daarbij komt dat het notariaat als collectief gebaat is bij een laagdrempelige klachtenprocedure. De kern van onze bediening is immers het handelen als openbaar ambtenaar die verplicht is tot de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Excessen bij het klagen kunnen worden tegengegaan door het opwerpen van een bescheiden financiële drempel, niet alleen voor tuchtrecht, maar ook voor het toetsen van een declaratie. Ik denk daarbij aan een drempel die belanggerelateerd is en die minimaal 100 euro bedraagt.
Tuchtrecht gestript (2)
Notariaat Magazine 27 apr 2007
Het kantoor Kooijman Lambert hanteert algemene voorwaarden waarbij degene van partijen, die door de (tucht)rechter in het ongelijk wordt gesteld, verplicht is de kosten van de ander te vergoeden. De door een cliënt van dat kantoor ingediende klacht bij de kamer Rotterdam werd afgewezen, waarna Kooijman Lambert betaling vorderde van de door het kantoor gemaakte kosten. De rechtbank Rotterdam heeft onlangs deze voorwaarde gesanctioneerd door een cliënt te veroordelen tot betaling aan Kooijman Lambert van de gemaakte kosten (voornamelijk bestede kantoortijd) ad 2.103,50 euro. In het Notariaat Magazine van januari '07 heb ik uitgewerkt waarom naar mijn mening de notaris geen beroep kan doen op dergelijke algemene voorwaarden. Notariaat Magazine bood notaris Jan Kooijman de gelegenheid om in hetzelfde nummer te reageren. Hij stelde het volgende. Ritzo Holtman schrijft over een cliënt die twee tot vier maandsalarissen kwijt is terzake van de door hem verloren klachtprocedure. Het klinkt heel verdrietig, maar niemand dwingt de cliënt een klacht in te dienen, als het vrijwel zeker is dat hij geen been heeft om op te staan. Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten. Dat geldt voor iedereen, ook voor de querulant. Einde citaat. Notaris Kooijman gaat hiermee voorbij aan de hoofdzaak (het strippen van tuchtrecht); hij creëert eerst zijn eigen weergave (het is vrijwel zeker dat klager een querulant is die geen been heeft op te staan) en presenteert zich vervolgens als de koene bestrijder van die weergave. Zo werkt het natuurlijk niet. Zijn benadering geeft aanleiding tot het formuleren van een drietal argumenten.Het is een maatschappelijk gegeven dat slechts dan verantwoordelijkheid wordt verleend, als de verantwoordelijke daarop aanspreekbaar is. Ook onder toenemende marktwerking houdt de notaris een uitzonderingspositie. Hij heeft en houdt een domeinmonopolie dat enige tijd geleden nog eens is uitgebreid met de verplichte notariële tussenkomst bij de levering van sommige aandelen. De motivering voor deze uitzondering is kortweg dat de notaris fungeert als openbaar ambtenaar. De maatschappelijke keerzijde van die uitzonderingspositie is dan dat de notaris als monopolist gehouden is tot de grootst mogelijke zorgvuldigheid en dat hij hierop aanspreekbaar moet zijn. Wie dit ter discussie stelt moet met goede argumenten komen. Naar mijn mening ontbreekt het notaris Kooijman aan adequate argumenten. De aansluiting met de maatschappelijke positie van de notaris komt niet uit de verf. Het gevolg is dat zijn argumentatie niet de zorg voor betaling van geschreven kantooruren overstijgt. Hij tracht tegenargumenten onzichtbaar te maken door deze te marginaliseren tot de stelling dat querulanten van klagen moeten worden afgehouden. Los hiervan zou notaris Kooijman kunnen onderkennen dat (nagenoeg) elke ondernemer aanspreekbaar moet zijn op zijn handelen; denk bijvoorbeeld aan de regelmatige instelling van een nieuwe Autoriteit.Naast de maatschappelijke positie zie ik een tweede argument. De notaris is naar de mening van de wetgever gehouden tot de grootst mogelijke zorgvuldigheid en hij moet daarop tuchtrechtelijk aanspreekbaar zijn. Om die reden alleen al kán wettelijk tuchtrecht niet buiten de deur worden gezet door de algemene voorwaarden van Kooijman Lambert waarmee een modale cliënt bij zelfs de meest eenvoudige klacht het risico loopt ongeveer twee à vier netto maandsalarissen in te moeten leveren bij degene tegen wie zijn klachten zijn gericht. Dit risico van twee à vier netto maandsalarissen is disproportioneel. Om die reden acht ik de voorwaarden van Kooijman Lambert in strijd met het recht.Als derde argument noem ik het belang van dienstverlening op voldoende niveau. We zijn er allen bij gebaat dat ondermaatse notariële dienstverlening adequaat wordt aangepakt; dit geldt niet alleen intern tussen collegae onderling maar ook extern naar de afnemers van onze diensten. Dit rechtvaardigt het bestaan van een toegankelijk tuchtrecht. Ik deel graag de mening van Kooijman dat alleen de querulant gebaat is bij zijn eigen klachten, maar dit rechtvaardigt niet het in andere gevallen nagenoeg buiten spel zetten van wettelijk tuchtrecht op louter financiële gronden.Uit een van de twee reacties op mijn column neem ik het volgende citaat. 'Zoals altijd zitten er drie kanten aan de zaak: de jouwe, de zijne en de juiste. Zonder pretentie geef ik als mijn mening dat bij het soort klanten dat Jan heeft zijn clausules niet verwerpelijk zijn'. Kooijman en de schrijver van die reactie zetten naar mijn gevoelen de zaak in een onjuist perspectief. Ik zie het als volgt. Als we aannemen dat de gemiddelde notaris in zijn loopbaan tegen drie à vier tuchtklachten aanloopt, dan kan als uitgangspunt gelden dat maximaal één klacht van een notoire lastpost afkomstig is. Hoe irritant die klacht ook kan zijn, het risico van een klacht van een lastpak is geen rechtvaardiging om de maatschappelijke en juridische consequenties van het domeinmonopolie ter discussie te stellen met geen andere invalshoek dan de zorg voor betaling van bestede kantooruren.
Ritzo Holtman
< Terug naar overzichtInteresse?
Vraag online een offerte aan, bel 030 215 0515
of laat ons u terugbellen.